N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De eerste State of the Union van Juncker
Op 9 september 2015 sprak de president van de Commissie Juncker zijn eerste State of the Union adres uit in het Europees Parlement. De titel was: Time for Honesty, Unity and Solidarity. En de sleutelbegrippen waren: meer Europa in de Unie, en meer Unie in Europa.
Die boodschappen werden behandeld aan de hand van de vluchtelingen crisis, de kwestie Griekenland/eurozone en Europese economie, het plan van de Commissie voor een investeringsfonds van 315 miljard, het vijf presidenten rapport, de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk, veiligheid aan de Oost-grenzen van de EU, en klimaatverandering. De boodschap was daarmee een boodschap voor consensus en eenheid, en voor het bereiken van gezamenlijke Europese oplossingen voor de grote problemen van deze tijd. Daarbij verzette Juncker zich tegen het oprichten van barrières en grenzen en voor steun aan de plannen van de Commissie om de vluchtelingen last gezamenlijk te dragen.
Parallel aan het uitspreken van de Staat van de Unie (al weer de vijfde in de geschiedenis, na de eerdere vier van Barroso in 2010, 2011, 2012 en 2013), werd het werk programma van de Commissie aan de (Europese) Raad gestuurd en aan het Europees Parlement.
In de ‘state of the union’ sprak mij aan dat Juncker over de grote lijnen sprak, over waar de EU voor staat en zou moeten staan en welke politieke lijnen moeten worden uitgezet om inderdaad grote problemen te kunnen aanpakken. Daarbij noemt hij de Commissie een politieke commissie, sterker: ‘a very political Commission’. Of dat ‘very’ klopt is de vraag maar onmiskenbaar is de Commissie na de verkiezingen van 2014 een meer politieke, want een Commissie die mede berust op een politiek mandaat van het Europees Parlement, dat zich actief had bemoeid met de benoeming van Juncker. Een al vaker aan de orde gestelde vraag is of die politisering van de Commissie, naast Europees Parlement en de (Europese) Raad, niet een verstoring/verandering betekent en consequenties heeft voor de rol van de Commissie van onafhankelijk (ten opzichte vooral ook van de lidstaten) orgaan.
Maar de toon van Juncker is er wel een die gezet is in het licht van de rol van de Commissie: het behartigen van het belang van de Europese Unie en het belang van de gezamenlijke lidstaten. De Commissie is in de ogen van vele EU burgers een technocratisch/bureaucratisch orgaan dat in jargon spreekt met woorden zoals de ‘community method’, ‘Europe 2020’ en ‘smart regulation’. Juncker spreekt in deze ‘State of the Union’ in politieke keuzes, met oplossingsrichtingen voor inderdaad grote problemen. Daarmee wordt zichtbaar wat de keuzes zijn: hoe willen we de vluchtelingenproblematiek of de economie of het milieu aanpakken? Zijn keuze is voor meer gezamenlijkheid, omdat solo optreden niet zal werken.
Ik deel die analyse. Wat ik wel mis, en ook het vijf presidenten rapport is daar niet vergaand genoeg in en onduidelijk over, is hoe die gezamenlijkheid kan worden bereikt. En verder hoe nationale regeringen het grotere gezamenlijke belang kunnen blijven zien en hoe de burgers daarin worden meegenomen met hun nationale parlementen. De kwestie van legitimiteit en accountability/verantwoording komen daarbij in deze ‘State of the Union’ ook te weinig uit de verf. Inderdaad: meer Europa en meer Unie, maar ook meer burgerschap, betrokkenheid en legitimiteit. Daartoe helpt als het debat gevoerd wordt zoals Juncker dat doet, maar het is niet genoeg.
Met zoveel (28) leden van de Commissie moet het toch mogelijk zijn meer contacten te leggen met nationale parlementen, meer en meer zichtbare communicatie en politieke dialoog te voeren, en aantoonbaar nationale parlementen en burgers van de Unie meer te betrekken bij de grote keuzes.