N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Getekend parlement: politieke prenten van Pieter de Josselin de Jong
Het Montesquieu Instituut heeft in de periode 2015-2017 het onderzoek 'Getekend parlement: politieke prenten van Pieter de Josselin de Jong in nationale en internationale context 1848-1917' van dr. Marij Leenders, universitair docent Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen (i.s.m. Centrum voor Parlementaire Geschiedenis) en dr. Eveline Koolhaas-Grosfeld (Onderzoek, beeldresearch en – redactie) financieel ondersteund.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Pieter de Josselin de Jong bracht als een van de eerste in de jaren tachtig parlementariërs en politici op een realistische manier in beeld. Hij is vooral bekend van zijn schilderijen, tekeningen, etsen en aquarellen. Aanvankelijk richtte hij zich vooral op historiestukken en portretten, later werd de werkende mens een centraal thema. Van dit werk zijn vooral bekend de vele krijt –en pasteltekeningen waarop sterk geïdealiseerde arbeiders zijn afgebeeld. Zijn politieke prenten, zijn minder bekend.
De politieke tekeningen van kunstenaar Pieter de Josselin de Jong, die met name gereproduceerd zijn in het publiekstijdschrift Eigen Haard, hebben de belangrijkste issues uit de tweede helft van de negentiende eeuw tot onderwerp. Ze besteden aandacht aan de Grondwetsherziening van 1887, die de opmaat vormde voor het algemeen kiesrecht, de werking van Wet-van Houten over de toestand van fabrieken en de strijd voor de gelijkstelling van het bijzonder en openbaar onderwijs. Met de opkomst van de massasamenleving en de vorming van nieuwe politieke partijen, kreeg de politiek in deze periode een grotere sociale lading en traden politici meer in de openbaarheid.
In dit onderzoek bogen dr. Marij Leenders en dr. Eveline Koolhaas-Grosfeld zich over de vraag of er een verband is tussen de wijze waarop de openbaarheid zich in de verschillende parlementaire democratieën ontwikkelde en hoe dat zichtbaar wordt in de politieke tekeningen. Om de verandering in openbaarheidscultuur beter te kunnen duiden en de tekening van De Jong te kunnen plaatsen in de politieke context, onderzochten zij politieke tekeningen vóór (periode 1848-1887), tijdens (1887) en na De Jong (vanaf 1887-1917) en vergeleken ze met een aantal exemplarische politieke tekeningen uit Engeland en Duitsland.