Waar zijn de regionale partijen?

Dr. Julien van Ostaaijen is onderzoeker lokaal bestuur en anti-establishment politiek aan Tilburg University. Laura de Leeuw BSc is student research in public administration and organizational science.

Ondanks het succes van lokale partijen spelen regionale partijen in de provincies een marginale rol. Landelijke partijen verliezen elke vier jaar meer stemmen aan lokale partijen, maar provinciaal zitten de landelijke partijen stevig in het zadel. Hoe kan dat? Waarom slagen regionale partijen er niet in het succes van lokale partijen te evenaren?

Vier jaar geleden haalden regionale partijen slechts 8 van de bijna 600 zetels en alleen in Friesland zit een regionale partij in Gedeputeerde Staten. Studenten Bestuurskunde aan Tilburg University hebben zich in de oorzaken van het geringe succes van regionale partijen verdiept.*

Voor veel inwoners is de provincie ver weg en veel kiezers zien niet wat de provincie voor invloed op hun dagelijkse leefomgeving en welbevinden heeft. Dat maakt de noodzaak om een stem uit te brengen op basis van provinciale thema’s niet zo groot. Het is verleidelijker om op basis van een landelijk motief te stemmen. In de landelijke politiek zien veel inwoners namelijk wel een direct belang voor hun persoonlijke situatie en portemonnee, al is het maar om met een stem steun aan of afkeer van het huidige kabinetsbeleid te tonen. Maar een provinciale stem is meer dan dat. Door de indirecte verkiezing van de Eerste Kamer kan met een provinciale stem concreet invloed op de landelijke politiek worden uitgeoefend.

Regionale partijen 

De desinteresse van de kiezer voor provinciale politiek en het landelijke belang bij de provinciale verkiezingen, zijn echter niet de enige belemmeringen voor regionale partijen op weg naar succes. Allereerst is het voor regionale partijen moeilijk zich op een onderwerp te manifesteren. Lokale partijen vinden vaak wel iets in hun gemeente om zich op te profileren - een nieuw gemeentehuis, een zwembad, een brug -, maar onderwerpen die in de hele provincie spelen, zijn schaars. Bovendien is het aanbod van partijen in de provincie over het algemeen groter dan in een gemiddelde gemeente. Dat maakt het lastiger met ‘iets nieuws’ te komen, zoals een nieuw onderwerp of een nog niet gehoorde mening. De afgelopen jaren is dat aanbod alleen maar gegroeid, zoals recent met de PVV en PvdD. In de provincie spelen er bovendien abstractere thema’s dan op lokaal niveau. Ideologie mag op sublokaal niveau dan achterhaald zijn, het vormt wel goed bindmiddel om een politieke partij bijeen te houden en op abstracte thema’s een standpunt te bepalen. Bij regionale partijen moet soms extra inspanning worden verricht om de mensen en de partij bij elkaar te houden. En uiteraard is geld een belangrijke factor. Lokale partijen kunnen met enkele duizenden Euro’s een goede gemeentelijke campagne voeren, maar voor een provinciebrede campagne is meer nodig. En net als lokale partijen profiteren regionale partijen niet van subsidie die landelijke partijen wel krijgen. De landelijke politiek is nog steeds niet erg ontvankelijk voor lokale en regionale uitdagers.

Kansen voor regionale partijen

Er zijn echter wel mogelijkheden voor regionale partijen hun kansen te doen keren. De afkeer van de ‘Haagse politiek’ en de landelijke partijen neemt toe. Regionale partijen zouden daar meer op in kunnen spelen en met name stevige concurrentie met de SP en PVV aangaan. Daarnaast is het zoeken naar provinciale onderwerpen, onderwerpen die één of enkele gemeenten overstijgen en waar de landelijke partijen zich nog onvoldoende op profileren. En ten derde is er in sommige provincies in te spelen op regionale identiteit. De FNP doet dat bijvoorbeeld in Friesland. Maar het hoeft geen provinciebrede identiteit zijn. Ook door je te identificeren met een deel van de provincie zijn stemmen te halen. De Zeeuwse PNL wordt bijvoorbeeld vooral geassocieerd met Zeeuws-Vlaanderen.

Op lokaal niveau is bewezen dat er voldoende voedingsbodem is voor nieuwe (lokale) partijen. Het is nu de vraag of zich dat ook gaat vertalen in meer regionale partijen. De lokale partijen zelf hebben zich al gebundeld om op provinciaal niveau en zelfs landelijk een machtsfactor van betekenis te worden. Gezien de in dit artikel aangegeven moeilijkheden zal dat een grote uitdaging worden, maar het laat wel de ambitie zien om de strijd met de landelijke partijen ook buiten de provincie aan te gaan.

 

  • Chern Jansen, Lars Strijbos, Sander Lemmen, Evi van der Linden, Abe Rademaker, Michael Theuns, Rein Riemersma, Jisse Visser, Karlijn Kaal, Sander Verstraten, Amy Latour, Sander Booij, Mark van Ellenberg, Basten Cobelens, Bas Werther, Daan Poland en Steven van Iersel.