N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Roemer moet feller
Rozemarijn Lubbe is politicoloog en werkzaam als onderzoeker bij het EenVandaag Opiniepanel.
Met verkiezingen voor de Provinciale Staten en de Eerste Kamer in het vooruitzicht zijn alle ogen op de PvdA gericht. Want dat het electoraal slecht gaat met die partij, met alle mogelijke gevolgen voor het kabinet van dien, is duidelijk. Maar het is die andere linkse partij die ook aandacht verdient. De Socialistische Partij staat op een virtuele winst van ongeveer 5 zetels in vergelijking met de 15 zetels die de partij nu in de Tweede Kamer heeft. Partijleider Emile Roemer zegt dat alles op rolletjes loopt. Ik vind dat moeilijk te geloven.
Paradoxaal genoeg gaat het, ondanks het virtuele verlies van de PvdA, niet goed met de SP. De virtuele zetelwinst mag dan op papier een goede score zijn, maar als de grootste ideologische concurrent 25 zetels verlies lijdt, zijn die 5 zetels wat mager: temeer, omdat de SP die zetels er al bij kreeg voordat de PvdA echt ging verliezen. Waar de PvdA na de verkiezingen begon aan een langdurige vrije val richting een dieptepunt van 11 zetels in de peilingen, blijft het zetelaantal van de SP -en ook dat van GroenLinks- vrijwel constant. Roemer heeft potentieel goud in handen nu zijn grootste electorale concurrent op de knieën ligt. Hoe kan het dat hij dat niet kan verzilveren?
Bruto versus netto verschuivingen
Partijen die de afgelopen twee jaar wel een fikse winst in de peilingen hebben geboekt, zijn de PVV en D66. Op basis van de bruto verschuiving van zetels lijkt het dus dat PvdA-kiezers overstappen naar een partij aan de andere kant van het politieke spectrum en de SP passeren. Van oorsprong ‘rode’ kiezers die overstappen naar Wilders en Pechtold. Funest voor de partij van Roemer, die wat betreft inhoud een goed alternatief voor de PvdA kan zijn.
Maar wie goed kijkt naar de verschuivende kiezersvoorkeuren sinds het aantreden van het kabinet, ziet dat schijn bedriegt. Onder de bruto verschuiving van zetels die we zien in de peilingen gaan namelijk duizenden netto verschuivingen van kiezers schuil. Als we in detail naar die kiezersstromen kijken, zien we dat het niet zo is dat er een groep kiezers ter waarde van 20 zetels volledig aan de SP voorbij gaat. Slechts een enkele kiezer die wegloopt bij de PvdA kiest meteen daarna voor de PVV, de VVD of 50PLUS. Een grotere groep gaat richting D66, of weet nog niet wat ze wil stemmen. Maar het is de SP die de grootste groep oud-PvdA-stemmers trekt. De ploeg van Roemer profiteert dus wél van het verlies van de PvdA. Hoe kan het dan dat de partij stabiel blijft in de peilingen? Dat komt omdat de SP, tegelijk met die instroom van PvdA-stemmers, een ongeveer even grote groep kiezers verliest aan de PVV en 50PLUS.
Niet geheel toevallig zijn het juist de PVV en 50PLUS waaraan de SP kiezers verliest. Natuurlijk hebben beide partijen een verkiezingsprogramma met sociale componenten die SP-stemmers aantrekken, maar op veel punten staan ze ideologisch ook verder weg van de SP. Nee, het is een andere overeenkomst waar de SP haar stemmers op verliest. De PVV en 50PLUS stellen zich, net als de SP, kritisch op tegen het kabinetsbeleid. Alleen zijn Wilders en Krol vele malen harder dan Roemer. Dat trekt de SP-kiezers. Zij lopen weg omdat ze vinden dat die partij een te zwakke leider heeft, die niet krachtig genoeg optreedt tegen het kabinet, bleek uit onderzoek onder het EenVandaag Opiniepanel.
Ideologie en protest
Er zitten dus twee soorten stemmers bij de SP; zij die switchen tussen de PvdA en de SP, en stemmers die switchen tussen de SP en PVV en 50PLUS.
Die eerste groep kiezers stemt vooral om inhoudelijke redenen op de SP; ze zijn het in de kern eens met de grondbeginselen van de PvdA, maar zijn ontevreden met de samenwerking met de VVD. Voor de tweede groep is het uiten van hun ongenoegen belangrijker dan standpunten. In principe zijn ze het meer eens met de SP, maar bij gebrek aan een krachtig geluid tegen het kabinet kiezen ze toch voor de PVV.
In tegenstelling tot wat de peilingen lijken te zeggen is het die eerste groep waar Roemer zich het mínst zorgen over hoeft te maken. Ontevreden PvdA-stemmers weten de SP wel degelijk te vinden als inhoudelijk alternatief voor hun stem. Het is de groep proteststemmers die problematisch is voor de SP, die loopt weg. En dat mag Roemer zich best persoonlijk aantrekken. Waar Wilders erin slaagt om zijn partij als sterke tegenhanger van het kabinet neer te zetten, lukt dat Roemer niet.
De komende twee maanden moet de SP zich, onder leiding van Roemer, flink profileren als alternatief voor de PVV. Vanuit de eigen grondbeginselen nog krachtiger ageren tegen het kabinet is het devies. Op die manier kan de partij vanuit inhoud een redelijk alternatief blijven voor de PvdA, én door middel van daadkrachtig optreden van Roemer tegelijkertijd een alternatief zijn voor Wilders' PVV. Misschien kan de SP dan in het noorden van het land, waar nu de PvdA het grootste is, en in PVV-minnend Limburg winst boeken.
Dit artikel is verschenen in de Hofvijver van 26 januari 2015.