‘Verstarring dreigt’

Gerrit Voerman: ‘instabiliteit’ bij  Prinsjesdag

Het kabinet-Rutte II gaat ‘een lastig jaar’ tegemoet. ‘De coalitie verliest enerzijds steeds meer steun onder de kiezers; anderzijds is haar strategie van deelakkoorden vastgelopen. Dat alles heeft een verstarrende uitwerking op het kabinetsbeleid’, signaleert ‘partijenkenner’ Gerrit Voerman.

Aan de vooravond van het nieuwe politieke en parlementaire seizoen maakt professor Voerman, directeur van het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen, nuchter een balans op. En die is ‘somber’, zoals hij zelf zegt.

‘Afgaande op de opiniepeilingen, hebben de regeringspartijen VVD en PvdA te kampen met zware verliezen. Boos of teleurgesteld trekken kiezers vanuit het centrum naar de flanken. Die onrust krijgt steeds meer greep op de coalitie, lijkt het. Er is een groeiend onvermogen om stabiel kabinetsbeleid te ontwikkelen. Met allerlei deelakkoorden met de oppositie en maatschappelijke partners lukt het niet meer.’

Gerrit Voerman ziet overeenkomsten met 2010: ‘Tegen het einde van Balkenende IV, een coalitie van CDA en PvdA, zakte ook het centrum in. Ook toen wonnen de flanken. Dat zelfde patroon tekent zich weer af: terwijl de regeringspartijen in het rood staan, profiteren de drie min of meer populistische partijen ter linker- en ter rechterzijde van het onbehagen; vooral Wilders’ PVV, de ouderenpartij 50PLUS en, in iets mindere mate, de SP. Let wel: de winst gaat vooral naar de flanken, en wat naar D66.  Een gevestigde centrumpartij als het CDA herstelt zich niet.’

Ter verklaring verwijst Voerman naar een politicologische ‘doorlichting van de democratie’[1] uit 2011: ‘Er is, bezien over een langere termijn, in Nederland een trend gaande van afspiegelen naar afrekenen. Het Nederlands bestel is sinds de invoering van het algemeen kiesrecht en de evenredige vertegenwoordiging aan het begin van de 20ste eeuw gebaseerd op representatie: De Tweede Kamer in Den Haag als fotografische weergave van wat in het land leeft. Dat beeld lijkt steeds minder te passen. Sinds jaar en dag zijn kiezers veel minder honkvast, veel losser. En  die omslag gaat gepaard met wisselender, voor mijn part grilliger opvattingen. De regering  wordt veel meer afgerekend op wat men doet, niet doet of wat men zou moeten doen of juist niet gedaan heeft.’

‘Elke regeringspartij, elke coalitie krijgt met die afrekencultuur te maken,’ voegt Voerman er aan toe.  Ook de PVV moest inleveren, toen ze tussen 2010 en 2012 als gedoogpartner van Rutte I meedeed.’

Rutte II heeft het eerste jaar niet goed greep op de gang van zaken gekregen, signaleert de Groningse partijenkenner. Ook als gevolg van een fout tijdens de kabinetsformatie: het verzuim zich te verzekeren van een solide meerderheid in de Eerste Kamer. ‘De coalitie heeft geprobeerd dat probleem op te lossen met allerlei akkoorden: akkoorden met de oppositie en akkoorden met maatschappelijke partners. Maar dat werkt steeds minder, zo blijkt. D66 en GroenLinks haken af, het CDA weigert al een tijdje bij het kruisje te tekenen. Het is bijna onvermijdelijk dat het dit najaar komt tot een confrontatie met de Eerste Kamer.’

Voermans conclusie: ‘Waar die politieke instabiliteit steeds meer het karakter krijgt van bestuurlijke verstarring, gaat Rutte II een lastig jaar tegemoet, misschien wel het cruciale jaar in z’n bestaan.’

                                                                       Den Haag, Groningen, eind augustus 2013

 

[1] Rudy Andeweg, Jacques Thomassen: Democratie doorgelicht & Van afspiegelen naar afrekenen? Leiden, 2011