N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wedstrijdje ver plassen
Frits Bloemendaal, chef parlementaire redactie Geassocieerde Pers Diensten
Zelfs voor wie van politiek houdt, worden de komende weken een zware beproeving. De omroepen trakteren ons op minstens acht lijsttrekkersdebatten en vele, vele uren politieke praatprogramma's.
Een stevig debat, waarin politici welbespraakt argumenten uitwisselen en naar elkaar luisteren, is een parel voor de democratie. Maar de televisiedebatten zijn meer en meer verworden tot een 'wedstrijdje vér plassen', zoals D66-leider Els Borst dat ooit treffend verwoordde. Het zijn geen discussies, maar bombardementen van stellingen, gevatheden en discussietrucs. Het zijn kakofonieën van politici die vooral tégen elkaar staan te praten, en niet mét elkaar. Ze proberen elkaar af te troeven met van tevoren bedachte oneliners, in de hoop dat die eindeloos worden gehaald. Het is geen pretje om daarnaar te moeten kijken, en dan zoveel keer.
Toch wordt er een enorm belang aan gehecht. Politici denken dat je er de verkiezingen mee kunt winnen of verliezen. Als voorbeeld wordt dan steevast het 'legendarische' debat tussen de Amerikaanse presidentskandidaten Richard Nixon en John F. Kennedy van 1960 aangehaald, waarin de laatste jong en fris de vermoeide Nixon aftroefde. Sindsdien gaan televisiedebatten niet alleen over woorden, maar ook over hoe je er uitziet, hoe je overkomt.
De goedlachse en goedgebekte Mark Rutte kwam twee jaar geleden veel zelfverzekerder over dan de naar woorden zoekende Job Cohen (PvdA), en won (nipt) de verkiezingen. Roemer profiteert nog steeds van zijn grap van twee jaar geleden, dat hij als nieuwkomer onmogelijk te vroeg kon hebben gepiekt. Maar weet iemand nog wat ze inhoudelijk te melden hadden?
Wat doorgaans van televisiedebatten blijft hangen is wie gewonnen heeft en wie verloren. Maar wie beslist dat? Een handjevol journalisten, of een inderhaast geraadpleegd, niet representatief panel van kijkers. Die'uitslag' gaat vervolgens een eigen leven leiden.
Zeker in verkiezingstijd dreigt de politieke berichtgeving steeds meer te lijken op sportverslaggeving - in die zin is de programmering direct na de sportzomer zo gek nog niet. Het is helaas wel een versimpeling die het belang van de politiek onrecht aandoet. Veel wijzer wordt de kiezer er niet van.
De verkiezingen gáán ergens over, deze keer helemaal, want Nederland en Europa zitten in een diepe crisis die heel veel mensen raakt. Wie echt wil weten hoe onze politici die willen oplossen, welk Nederland zij over vier jaar willen achterlaten en hoe zij over de verdere toekomst denken, en of al die beloften ook een beetje hout snijden, kan veel beter de krant lezen, en eventueel de StemWijzer en het Kieskompas raadplegen.
Dit is een iets ingekorte versie van een column die onlangs in GPD-kranten is verschenen.