N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
En nu ga ik koken!
Arie Slob, voorzitter Tweede Kamerfractie ChristenUnie
Of ik maar even een reactie zou willen geven op de stelling 'Tegenwoordig is iedereen aan het Binnenhof fortuynist'. Daar zit je dan met je goede gedrag. Ooit uit volle overtuiging lid geworden van wat men wel een ‘confessionele partij’ noemde (GPV). Sinds begin jaren negentig politiek actief geworden. Eerst als raadslid in mijn woonplaats Zwolle, later als lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie (in het jaar 2000 ontstaan uit samengaan van GPV en RPF). En nu zou ik – behorende tot ‘iedereen aan het Binnenhof’ - ook een fortuynist zijn. Gekker moet het niet worden. Dat gepraat over fortuynisten begint me na al die jaren ook wel wat te vervelen. Ik ben het eigenlijk wel met Bert Snel eens, de laatste voorzitter van de LPF (tot 1 januari 2008). Hij hekelde tijdens een herdenkingsbijeenkomst van Pim Fortuyn op 6 mei 2006 in Restaurant Engels in Rotterdam al die mensen die zich opwierpen als ‘de ware Fortuynist’. In het bijzonder noemde hij de namen van Rita Verdonk en Geert Wilders. ‘Iedereen kan van zichzelf zeggen dat hij een aanhanger van Fortuyn is, omdat hij zich geïnspireerd acht door zijn persoon, zijn optreden, zijn aanpak van maatschappelijke problemen’, zo oreerde Snel, ‘maar de meesten komen niet verder dan incidenteel gebruik – en in bepaalde gevallen misbruik – van een ideetje van Pim’.
Pim Fortuyn was een bijzonder mens. Hij was aan een indrukwekkende politieke opmars bezig. Aan zijn leven kwam op een gewelddadig wijze een einde. Daarna zijn mensen met zijn ‘gedachtengoed’ verder gegaan. De uitkomst kennen we. Ik heb het onder mijn ogen zien gebeuren. De redenen van het uiteenvallen van zijn ‘politieke erfenis’ zijn divers. Zo hebben de beheerders van zijn erfenis het op zijn zachtst gezegd niet altijd even slim aan gepakt. Je zou kunnen zeggen dat het fortuynisme aan interne verdeeldheid en gedoe ten onder is gegaan. Maar ook ontbrak het aan een consistente mens- en maatschappijvisie. Het is onmogelijk een politieke partij/beweging levend te houden met slogans als ‘zeggen wat je denkt en doen wat je zegt’. Dat was volgens de eerder genoemde Snel wel de kern van het denken van Pim Fortuyn (bron: toespraak Snel tijdens Bijzondere Ledenvergadering 19 februari 2005). Zijn oproep aan de navolgers van Fortuyn om dat verder te concretiseren is – zo weten we nu – als zaad op de rotsen gevallen.
Natuurlijk zijn er nog steeds mensen die Pim Fortuyn als inspirator zien of zagen. In april kwam er zelfs weer één terug in de Tweede Kamer: Margo Kraneveldt. Ooit was ze lid van de Tweede Kamer voor de LPF, nu voor de PvdA. Het kan verkeren. En we zien een bepaalde wijze van politiek bedrijven die kenmerkend was voor het optreden van Pim Fortuyn, ook bij andere politieke partijen terug. Inderdaad. Maar we doen mijns inziens de nalatenschap van Pim Fortuyn geen recht als we daar dan direct het etiket ‘fortuynist’ opplakken. Laat staan dat we iedereen aan het Binnenhof een fortuynist gaan noemen. Alsof de revolte van Pim Fortuyn tien jaar na zijn dood alsnog geslaagd zou zijn. Dat is het namelijk niet. Deze revolte eindigde eigenlijk al op 6 mei 2002. Historisch gezien uiterst boeiend om daar zeker in deze tijd op terug te blikken. Er is geschiedenis geschreven. Politiek gezien ook boeiend om de lessen te leren die in deze tijd zijn terug te vinden. Maar zullen we stoppen met daar het etiket ‘fortuynisten’ op te plakken. Laat staan dat we iedereen die op het Binnenhof actief is een fortuynist gaan noemen. Het is genoeg geweest. En nu ga ik koken!