N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Laat die Troonrede nu eindelijk eens iets zeggen over Europa
‘Laat de Troonrede eindelijk iets zeggen over Europa.’ Arco Timmersman, onderzoeksdirecteur van het Montesquieu Instituut, pleit er voor om niet langer met meel in de mond over Europa te spreken. Een column.
Troonredes bevatten doorgaans wel aandacht voor de positie van Nederland in de wereld, maar Europa is daarbij zelden prominent. De afgelopen jaren lag de uitgesproken aandacht voor Europa in de Troonrede ongeveer op het peil van de jaren tachtig van de vorige eeuw, nog voordat de Europese Acte voor de interne markt tot stand kwam.
In de tussenliggende periode werd er wel wat vaker over Europa gesproken als er grote verdragswijzigingen op de rol stonden, maar vooral vanaf de periode van Balkenende in 2002 zakte de animo om over dit onderwerp te spreken ver terug.
Het Verdrag van Lissabon figureerde ver op de achtergrond in jaren waarin de Majesteit namens de regering zorgen en voornemens uitsprak over allerlei binnenlandse en buitenlandse kwesties. Het was nog wel “verheugend dat u, Staten-Generaal, het verdrag van Lissabon heeft goedgekeurd.” Vorig jaar, tijdens de zwanenzang van het laatste kabinet-Balkenende, klonk er in een enkele aan Europa gewijde zin zelfs optimisme: “Het wekt vertrouwen dat Europa in een moeilijke tijd slagvaardig kan opereren.”
De vraag is hoe het kabinet-Rutte in zijn eerste Troonrede Europa aan het luisterende publiek presenteert. In het regeerakkoord liet het kabinet daarover al kritische geluiden horen – al waren die voor gedoogpartner PVV nog lang niet kritisch genoeg. Nederland zou het Europese beleid meer naar z’n hand willen zetten. Zoals het regeerakkoord is de Troonrede vooral voor binnenlandse politieke en publieke consumptie bedoeld en een deel ervan is symboliek. Toch zijn de uitspraken in Troonredes ook een kwestie van geloofwaardigheid. Precies daar ligt voor het kabinet bij dit onderwerp het gevoelige punt. Het kabinet durft niet openlijk te kiezen.
Intussen ontwikkelt de invloed van de Europese Unie op de politieke beslissingen in Nederland zich gewoon verder. Tegenover de aandacht voor Europa in Troonredes met mondjesmaat staat de toename van invloed op de wetten en beleidsbeslissingen die in Den Haag worden genomen. Die toename is vooral vanaf de jaren negentig zichtbaar en zet door. Bij de nu nog zo moeizame weg naar oplossingen uit de eurocrisis zal het niet anders zijn: daar zal Nederland de Europese grote partners moeten volgen. No way out. En het is niet slecht voor Nederland, we profiteren er juist van.
Laat daarom het kabinet in de Troonrede gewoon zeggen waar het over gaat. De werelden van schijn en werkelijkheid over Europa in Nederland moeten niet nog verder uit elkaar groeien. Als de Majesteit op Prinsjesdag hierover weer meel in de mond gelegd krijgt, dan kost dat het kabinet nog meer punten aan geloofwaardigheid.