N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wat willen de Nederlandse politieke partijen met Europa?
Wat willen de Nederlandse politieke partijen met de Europese Unie? Welke ambitie hebben ze op de uiteenlopende Europese beleidsterreinen? Waarin verschillen ze van elkaar, en op welke punten delen ze elkaars opvattingen? In de aanloop naar de verkiezingen van 9 juni 2010 geeft dit artikel op deze vragen antwoord.
Zie ook: Nederlandse politieke partijen langs de Europese meetlat (PDF-bestand, met daarin vergelijkingen in tabelvorm).
Dr. Edwin van Rooyen doet in opdracht van het Montesquieu Instituut en het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen onderzoek naar de relatie tussen Nederlandse en Europese politieke partijen. Hij is adviseur van de Vereniging Democratisch Europa.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Het overgrote deel van de partijen is voor het versterken van het Europese toezichtsysteem op het gebied van financiën en het verlagen van de Nederlandse afdracht aan de EU. PvdA, D66, VVD en PVV vinden dat ook op de Europese begroting zelf bezuinigd kan worden. CDA, D66 en VVD zijn de partijen die het slechten van barrières op de interne markt willen voortzetten en de Europese regeldruk willen verminderen.
Een groep bestaande uit CDA, PvdA, GroenLinks, D66, CU en ToN wil de toegang van ontwikkelingslanden tot de Europese interne markt verbeteren. De overige partijen nemen hierover geen standpunt in.
Alle partijen behalve GroenLinks en CU geven aan op de een of andere manier op Europese kosten te willen bezuinigen. Behalve het verlagen van de Nederlandse afdracht en het omlaag brengen van de Europese begroting bestaan de voorgestelde maatregelen uit het beperken van EU-subsidies en het reduceren van de structuurfondsen.
Alle partijen behalve CDA, CU en SGP willen het gemeenschappelijk landbouwbeleid herzien. Op de VVD na geven al deze partijen aan dat de herziening ingrijpend moet zijn. Veel steun bestaat ook voor het aanscherpen van het Europese visserijbeleid, het versterken van het Europese stelsel van handel in emissierechten, het invoeren van een Europese heffing op vliegen en het versterken van de gemeenschappelijke energiemarkt.
GroenLinks en CU willen de meeste Europese maatregelen nemen ten behoeve van natuur en milieu. D66 en PvdD scoren ook hoog, terwijl SP, CDA, PvdA en SGP betrekkelijk weinig van zulke wensen hebben.
De programma’s van VVD, PVV en ToN vermelden geen enkele ‘groene’ Europese maatregel. De VVD is als enige partij een duidelijk voorstander van het beperken van Natura 2000, het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden ter behoud en herstel van biodiversiteit.
Het harmoniseren van het Europees asielbeleid krijgt duidelijke steun van CDA, D66, GroenLinks en minder duidelijke steun van PvdA, CU en SGP. De VVD geeft als enige aan deze maatregel niet echt nodig te vinden – SP, PVV, PvdD en ToN doen hierover in hun programma’s geen concrete uitspraak. Het versterken van Europese samenwerking op het gebied van politie en justitie is de wens van vier partijen, te weten PvdA, D66, CU en SGP. De overige partijen doen op dit punt geen concrete uitspraak
Van links tot rechts op het politieke spectrum bestaat steun voor het meer betrekken van de Tweede Kamer bij de Europese besluitvorming en het afschaffen van het maandelijks vergaderen van het Europees Parlement in Straatsburg.
Lang niet alle partijen – waaronder GroenLinks en D66 – hebben zich evenwel op dit punt uitgesproken. Opvallend is de tegenstelling tussen CDA en PVV ten aanzien van het effect van de Europese Unie op de Nederlandse cultuur of identiteit: de eerste ziet in ‘Europa’ een waarborg voor de Nederlandse cultuur, de tweede ziet daarin een bedreiging. Relatief grote verdeeldheid bestaat over de toetreding van Turkije tot de EU. CDA, D66 en GroenLinks zijn vóór toetreding en VVD, PVV, CU, SGP en ToN zijn daar tegen. PvdA en SP spreken zich niet uit.
D66 en GroenLinks hebben de meeste ambities om de Europese Unie bestuurlijk te hervormen. Beide partijen willen dat de voorzitter van de Europese Commissie dan wel de EU-president direct wordt gekozen en willen ingrijpende wijzigingen van het Europees Verdrag alleen na goedkeuring via een Europees referendum toestaan.
D66 wil daarnaast de bevoegdheden van het Europees Parlement versterken, het roulerend EU-voorzitterschap afschaffen en de Europese regeling voor openbaarheid van bestuur verbeteren. GroenLinks wil ook grensoverschrijdende kieslijsten invoeren en het aantal Eurocommissarissen verminderen.
Opvallend is dat het afschaffen van het maandelijks vergaderen van het Europees Parlement in Straatsburg niet in de programma’s van D66 en GroenLinks staan. Dit is wel het geval bij CDA, PvdA, PVV en SGP. Opmerkelijk is ook dat de programma’s van PvdD, SP en VVD geen enkele maatregel noemen om bestuurlijk Europa te veranderen. Wel behoren de liberalen tot de partijen die de Tweede Kamer meer bij de Europese besluitvorming willen betrekken.
Veel steun bestaat voor het beperken van het aantal en de taken van Nederlandse ambassades, iets wat door toegenomen samenwerking in Europees verband tot de reële mogelijkheden is gaan behoren. Afgaande op de verkiezingsprogramma’s bestaan er geen tegenstanders van deze maatregel; SP, PVV, CU en SGP nemen hierover geen standpunt in. CDA, D66 (duidelijk) en ToN (minder duidelijk) willen dat het buitenlands en defensiebeleid in hun algemeenheid meer Europees wordt afgestemd. PVV en in mindere mate CU en SGP zijn hier tegen.
PvdA, GroenLinks, D66 (duidelijk) en CDA (minder duidelijk) willen de Europese samenwerking op het gebied van ontwikkelingssamenwerking versterken. CU en SGP vinden dit minder gewenst. Het invoeren van één zetel in multilaterale organisaties als de VN, het IMF en de Wereldbank vinden CDA, PvdA, D66 en GroenLinks een goed idee. De andere partijen zijn hiervan geen duidelijke of minder duidelijke tegenstanders.